Wim Van Kerckvoorde, tot voor kort de algemeen directeur van Scholengroep !mpact, breekt in mijn boek een lans voor het flankerend onderwijsbeleid als hefboom voor maatschappelijke verandering.
Dank voor je bijdrage, Wim!
Ciao,
Pablo
Flankerend onderwijsbeleid laat gemeenten en steden toe om aan de hand van transparante acties een sterk, ondersteunend beleid te voeren, waar alle kinderen die op hun grondgebied naar school gaan hun voordeel mee kunnen doen. Dit gebeurt binnen de financiële mogelijkheden van de desbetreffende stad of gemeente en aanvullend op het Vlaams onderwijsbeleid. Voor de oorsprong hiervan moeten we teruggaan tot het Schoolpact van 1958, dat in 2007 verruimd werd tot een helder decreet.
Voor een centrumstad als Brugge biedt dit flankerend onderwijskader grote opportuniteiten om, los van de sociale voordelen die in het decreet verankerd zitten, tal van projecten aansluitend bij de lokale context op het getouw te zetten voor alle schoolgaande kinderen. De hoeveelheid projecten of thema’s waar een stad als Brugge actief in kan zijn, is onbegrensd. De enige opgelegde voorwaarde is dat het aanbod over alle onderwijsnetten een evenwichtige spreiding kent. Als je het mij vraagt, zijn er een aantal domeinen waarin een centrumstad als Brugge vanuit een doorgedreven en doordachte regierol écht het verschil kan maken.
Een eerste domein is te vinden op het vlak van (kans)armoedebestrijding. Vanzelfsprekend is de huidige inzet van brugfiguren lovenswaardig, maar dit soort projecten verdient een forse uitbreiding. Elke school op het grondgebied Brugge moet, zeker in post-COVID-19-tijden, kunnen genieten van een ruime ondersteuning op het vlak van armoededetectie en -ondersteuning. Met de hulp van de stad Brugge zou elke leerling ook aanspraak moeten kunnen maken op een gratis en gezond middagmaal. Tevens verdienen onze youngsters het om tijdens en na de schooluren kosteloos toegang te krijgen tot een aantrekkelijk sport- en cultuuraanbod. Een centrumstad als Brugge zou, alweer vanuit haar regierol, alle belanghebbenden moeten verenigen. Op die manier zou gezamenlijk nagedacht moeten kunnen worden over de financiering en implementatie van een ambitieus masterplan rond (kans)armoede.
Een tweede gebied draait volgens mij rond sport en beweging. De link tussen sport en gezondheid was altijd al vanzelfsprekend, maar postcorona kunnen we stellen dat bewegen en sporten, gelet op de link met mentale veerkracht, een cruciale rol kunnen spelen om de wilskracht bij onze jongeren – klein en groter – te verhogen. Toch kampen heel wat scholen met een tekort aan geschikte sportaccommodatie. Ook is het elk jaar opnieuw puzzelen om op een waaier van sites kinderen kwalitatief te laten sporten. Scholen die bovenop de wettelijk voorziene hoeveelheid sport nog bijkomende uren willen voorzien, hebben het nog moeilijker. Naar mijn mening is het daarom aangewezen dat de stad Brugge zowel meer sportinfrastructuur realiseert, waar tijdens de schooluren de schoolgaande jeugd prioritair aanspraak op kan maken, als een regierol opneemt om de bestaande sportinfrastructuur van de verschillende scholen netoverstijgend open te stellen tijdens diezelfde schooluren. Dit laatste sluit ook naadloos aan bij een duurzame visie op een deelmaatschappij waarbij we middelen en ruimte constant optimaal benutten via verbindende samenwerkingen tussen alle mogelijke partners.
Een derde domein betreft het nastreven en realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen – of om het Engelse begrip te hanteren: SDG’s of sustainable development goals – rond betaalbare en duurzame energie. Heel wat werkingsmiddelen van scholen verdampen letterlijk door een hoge, geldverslindende energieconsumptie. De stad Brugge zou daarom een taskforce kunnen oprichten die scholen enerzijds helpt met flankerende, energiebesparende maatregelen en die anderzijds de krachten van overheden, industrie en scholen bundelt om samen de ecologische footprint van onze stad fors te verminderen. Wellicht zou dit bij onze schoolgaande jeugd een verdere sensibilisering rond rationeel en duurzaam energiegebruik op gang kunnen brengen.
Uiteraard vallen nog meer ambities op te lijsten, maar de drie aangehaalde doelen vormen samen al een hele uitdaging. Dit valt ook enkel netoverstijgend te realiseren als het stadsbestuur de nodige overlegorganen opzet en deze voorzit vanuit een neutrale, regisserende rol.:
Mijns inziens zouden steden en gemeenten ook makkelijker tot een doorgedreven flankerend beleid tussen scholen onderling kunnen komen als zij zelf geen inrichtende macht meer zouden zijn van onderwijs.
Eveneens stof tot nadenken…
Wim Van Kerckvoorde
voormalig algemeen directeur Scholengroep !mpact
Samen maken we de stad. Wil je ook meedenken over jouw Brugge van 2030?
Of wil je op de hoogte blijven over ons Brugge met Ballen?
©2022 Brugge met Ballen